STOIES DAGBOEK

Rjims Blog

[naar lopende maand]


30 mei 2006

Dood is iets heel gewoons. Vandaar dat doodgewoon ook een doodgewoon woord is. Je hebt veel mensen gekend die nu dood zijn. Waarom leven ze niet meer? 'Waarom' is hier natuurlijk helemaal misplaatst. 'Waardoor' zou passender zijn. Waardoor? Door een virus, een bacterie, een kankergezwel. Waardoor? Doordat alles voortdurend uit elkaar valt. Probeer door dat besef niet zwaarmoedig of sikkeneurig te worden, maar leef elk moment zo goed, zo leuk, zo diep, zo intensief mogelijk.
Volgens de stoïcijnen is leven of dood indifferent. Dat vonden ze toch zelf ook wel moeilijk. Daarom bedachten ze dat sommige indifferente dingen 'verkieslijk' waren. Als je ziek bent ga je natuurlijk wel proberen beter te worden. Of als je iemand kunt redden dan doe je dat.
De wereld verbeteren is ook verkieslijk. En als het niet lukt, stel dan geen onbeantwoordbare vragen, vraag niet 'waarom lukt het niet' maar richt je op het 'waardoor', dan kom je in nuchterder vaarwater.

29 mei 2006

Je leeft mee met alles en iedereen. Met mensen en dieren van overal. En zelfs met een oud tentje kan je meeleven, een oud, afgeschreven tentje, dat echt, nee echt, nu echt niet meer te gebruiken is. Het grondzeil laat water door, het dak lekt aan alle kanten. Bij nog een keer opzetten zal het scheuren; zonlicht heeft het tentdoek aangetast. Dapper heeft het staan flapperen in de wind. Vele regenbuien heeft het doorstaan. Op hoge bergen, in diepe wouden, half in de struiken, op harde stenen, op het zachtste mos. Vogels zongen hun mooiste lied, zich niet bewust (of wel) van de aanwezigheid van menselijke wezens. Weet je nog: die nachtegaal, toen we nog nooit een nachtegaal gehoord hadden! Weet je nog: die kikker, of was het een pad, die over de nok van de binnentent kroop. Dat was lachen, bij het wakker worden. Lachen was het wel vaker in dat fantastiese tentje. Maar wat was er dan zo fantasties, toch niet het tentje op zich? De materialen, of de manier waarop het in elkaar was gezet; allemaal prima, maar niet bepaald ontroerend, toch? Indifferent, toch? Die tentstokken kan je toch gewoon voor iets anders gebruiken? Dat is functioneel, dat is prakties. Entropie is er nu eenmaal, daar kan je maar het beste heel nuchter over zijn: alles valt voortdurend uit elkaar. Of het nu mensen zijn, olifanten, of tentjes. Dit is maar een tentje. Waarom dan die tranen? Tranen, je zou haast zeggen een betere zaak waardig -- maar

Nee, nee, nee, sommig huilen is mooi, hoort bij het zacht zingend geluk van een nachtegaal bij een stromende rivier, op weg naar zee, op weg naar de grote wijde zee. Reis een eindje mee.

28 mei 2006

Je wilt de wereld veranderen. Maar is dat al niet heel vaak geprobeerd? Heel lang geleden al? Door heel veel mensen?
En de wereld, is die niet een beetje groot? Is het niet een beetje overmoedig? Is het niet een beetje naief?
Er zouden veel mensen mee moeten doen. Dat gebeurt niet. De meesten mensen wachten af. Wachten af totdat het echt niet meer anders kan, totdat ook de buren de auto laten staan, totdat er iets verboden wordt, totdat de strukturen veranderen, totdat er een bevel klinkt, totdat er muren vallen.
Als jij op ze afstapt en een vraag stelt -- stel dat je dat een keer zou doen -- dan mompelen ze wat. Wat? Het is bijna niet te verstaan. 'Kan toch niet'? 'Naief'? 'Te simpel'? 'Moeilijk.' Hm...
'Ik kan het niet opbrengen...'
Eindelijk iets verstaanbaars -- maar wat doen we daaraan?

27 mei 2006

Afzien van aanzien, van rijkdom van roem van eer, dat is duidelijk, begrijpelijk, inzichtelijk. Maar dan! Erkenning? Waardering? Zijn dat niet soorten van roem, van eer, van aanzien? Uit zijn op erkenning, uit zijn op waardering, aardig gevonden willen worden, allemaal 'passiviteiten' die dus uitmonden in passies. Goed voor veel getob en gemopper, voor dagelijkse teleurstelling en ontevredenheid. 'Ze hadden kritiek op mijn artikel.' Nou en? 'Ze doen niet aardig tegen me.' Jammer dan. Doe dan zelf maar aardig, en zorg er voor dat je zelf tevreden bent over je volgende artikel. En gedraag je tegen anderen zoals je graag zou willen dat anderen tegen jou doen.

26 mei 2006

Er valt veel te tobben in dit leven. Bijvoorbeeld dit: zijn mensen te veranderen? Je zou zeggen van wel. Maar, nee, wacht even. We moeten dit correct formuleren. 'Zijn mensen te veranderen' is de verkeerde vraag. Wie zou mensen willen veranderen, dat zijn niet de fijnste lieden. De vraag moet zijn: 'kunnen mensen zichzelf veranderen?' Nou ja, ook al niet perfect gesteld die vraag. Dat 'zichzelf', voegt eigenlijk niets toe. Maar als ik zeg: 'kunnen mensen veranderen?' dan weet ik al wat je gaat zeggen, dan zeg je: wàt veranderen, zichzelf? Daarom zeg ik het er maar bij,'zichzelf'. Om jou voor te zijn. Snap je?
En dan nu het antwoord. Daar gaan we eens goed over nadenken. Laten we onszelf als voorbeeld nemen. Of eigenlijk: een is genoeg. Ik neem mijzelf als voorbeeld. Ja, ik ben veranderd. Ik ben groter en ouder geworden, en grijzer. Maar daar gaat het natuurlijk niet over, dat is uiterlijk, en dus 'indifferent'. Ben ik ook wijzer geworden? Dat is raar om dat over jezelf te zeggen. Natuurlijk vind ik van wel. Ik heb veel geleerd. Maar je kunt ook verkeerde dingen leren. Leren is nog niet per se wijs. Wijs is misschien meer iets voor in de toekomst. Iets waarnaar je toewerkt. Leren dus.
En leren is veranderen. Ik heb geleerd, ik ben een mens, ik ben geen uitzondering (dacht ik, lijkt me zo) dus mensen kunnen veranderen. Ergo! Ergo, mensen kunnen veranderen. Bij 'ergo' moet ik aan Descartes denken. Cogito ergo sum. Maar over Descartes wil ik het dit keer helemaal niet hebben. Waar ik heen wil, dat is dat ik twee benaderingen zie. Nu ga je natuurlijk zeggen: hoezo benaderingen, waar bevinden we ons dan, of zoiets. Maar je moet niet zo ongeduldig zijn. Je moet nog even naar me luisteren. Hoewel je natuurlijk niets moet. Ik hoop dat je nog even luistert. Dat je het geduld op kunt brengen. Het langzame denken! Ha! Want dit is belangrijk. Dit is toch de vraag waar alles om draait: kunnen mensen (zichzelf) veranderen? Als het namelijk niet kan kunnen we wel ophouden. Neeee, dat kunnen we dan natuurlijk niet! Want dan kunnen we dus niet veranderen. Dan gaan we door en door, totdat een leeuw ons verslindt of totdat -- en dat is waarschijnlijker -- we stikken in de milieuvervuiling. Maar ik wed dat er niemens is die volhoudt dat mensen zichzelf in het geheel niet kunnen veranderen. Er bestaan immmers bibliotheken vol met boeken met tips, met raadgevingen, opvoedkundige adviezen, diëten enzovoort enzovoort. Mensen lezen elkaar uren lang en keer op keer de les, mensen lezen boeken over 'hoe te leven'. Mensen doen (best vaak) hun best. Mensen kunnen veranderen, maar ze zijn er niet heel goed in. Dit was wat ik eigenlijk wilde zeggen. Veranderen kan, maar blijkbaar is het iets heel moeilijks.
En dan die twee benaderingen, om het even af te sluiten; de ene is dat je de wereld van buitenaf beschrijft. Mensen kan je dan beschrijven als waren het rivieren, die nu eens zus, dan weer zo kronkelen. Vanuit je beschrijvende positie constateer je enkel de gang van zaken. Zo van bovenaf, beschrijvenderwijs zijn de mensen zoals ze zijn, net als rivieren stromen ze hoe ze stromen. Ze zijn niet te veranderen. De andere benadering heb je al gehoord: dat is het veranderen van binnen uit. Ieder mens is daarvoor zelf verantwoordelijk.


25 mei 2006

Maar de lijst van onverschillige dingen was veel langer. Behalve een even of oneven aantal haren stonden er nog veel meer dingen op. Behalve met de questies waarover we verder zullen zwijgen omdat normaal gesproken niemand zich er mee bezig houdt, stond de lijst vol met zaken waarover velen zich dagelijks druk maken. Grote dingen, waarvan veel mensen dachten dat het in het leven juist daar om draaide. Roem bijvoorbeeld, bekend zijn, populair zijn, mooi of tenminste aantrekkelijk gevonden worden, rijkdom, aanzien, gemak, gezondheid. Deze dingen, zei de stoïcijn, zijn hooguit 'mooi meegenomen'. Ze zijn niet bepalend voor het geluk van de wereld of van jezelf.


24 mei 2006

Er was niets.
Toen bedacht iemand iets. Dat was heel bizonder. Iedereen genoot ervan. Dat er tenminste iets was. Het was dan maar weinig, maar tegelijk veel. Want verder was er niets.
Toen bedacht nog iemand iets.
Fijn!
Mooi zo!
En meer mensen kwamen met ideeën. En meer, en meer.
Totdat werkelijk iedereen wel iets bedacht had.
En sommigen, natuurlijk, sommigen hadden al wel honderd dingen bedacht.
Toen wist niemand meer zo goed wat ze moest doen. Er was zoveel! Hoe te kiezen? Was dit nog wel leuk?
Toen werd er gezegd: niet alles is GOED.
Dat was het zoveelste idee. Een GOED idee! Vanaf toen werd er onderscheid gemaakt.
Er werd een lijst samengesteld van goede dingen. En een lijst van slechte. We maken ook een lijst, zei iemand, van dingen die goed noch slecht zijn.
Alles is toch goed òf slecht, dachten anderen. Maar ze zeiden het niet. Ze wachtten af. Ze waren wel benieuwd naar de lijst van onverschillige dingen!
En de stoïcijn (ja, want die was het), de stoïcijn gaf een voorbeeld.
Bijvoorbeeld, zei ze, het totaal aantal haren op je hoofd, gesteld dat je een enigszins behoorlijk aantal haren hebt...
Dat doet er wel toe, werd er geroepen, dat doet er zeker toe, werd er geroepen, wie wil er nou kaal zijn! Ik! riep iemand.
En een ander riep: hoezo 'behoorlijk aantal haren'? Heb ik dan misschien een onbehoorlijk aantal haren, wat is er mis met mij?
Het aantal haren dat je hebt, ging de stoïcijn onverdroten door, en dan heb ik het even over iemand met een normaal aantal, een zo'n beetje gemiddeld aantal haren...
Normaal? Werd er geroepen, wie is hier normaal? En wat doet er nu eigenlijk wel en niet toe? Want we dwalen af mensen, dat kan ik je wel vertellen.
De stoïcijn, die niet van haar stuk te brengen was, zei: waar het om gaat is dit, het aantal haren dat je hebt... of dat EVEN is of ONEVEN. Dàt is volkomen 'indifferent'.
Zevenendertighonderdachtenveertig, of zevenendertighonderdnegenenveertig, riep iemand. Dat doet er inderdaad niet toe.
Twintigduizend, riep een ander, of tweeduizend min of plus één! Dat doet er inderdaad niet toe.
Niets, werd er instemmend gemompeld, inderdaad, helemaal niets.
Maar één of twee...? vroeg weer een ander, die bijna kaal was.
Ook één of twee is volkomen indifferent, zei de stoïcijn.
Toen zei een slimmerik dat dit gedoe over die haren maar een zijpad was. Totaal onbelangrijk.
Indifferent dus, beaamden anderen.
Ja, maar, zei de slimmerik, zó indifferent dat we er goed aan doen hierover verder maar te zwijgen.
En dat gebeurde.


23 mei 2006

'Jammer.'
Wat jammer?
'Dat aan het verleden niets te veranderen is.'
O ja? Stel je voor...
'Wat?'
Dat iedereen ook nog eens aan het verleden ging zitten sleutelen.
'Dan waren we nog niet jarig.'
Het is de vraag of er wel iemens geboren zou worden. Als we konden sleutelen aan het verleden, dan, dan...
'Ja, wat dan?'
Dan hield het niet op totdat er consensus was...
'Over de oerknal!'


22 mei 2006

De een slaat de ander de kop in.
'Ik kan me dat niet voorstellen.'
Stel je dit dan eens voor: dat je alles van die mens wist. (Die man, of misschien wel die vrouw.) Echt ALLES. Zijn of haar achtergrond, haar of zijn hele geschiedenis, en alles wat daaruit voortgevloeid is. Dan zag je dat het niet anders kon, dat dit kop inslaan onvermijdelijk en dus noodzakelijk was.
'Wat zeg je? Noodzakelijk? Je wilt zeggen dat het niet anders kon, dat die kop van die ene mens door die andere mens ingeslagen moest worden...'
Ja.
'En dat zulke dingen onvermijdelijk zijn, dus dat we wel kunnen ophouden met onze pogingen de wereld te verbeteren...'
Nee!
'En dat we, dat we... Je praat hiermee alle ellende goed. Dit is een apolitiek verhaal van jewelste, dit is, dit is... Pardon? Ja zei je? En nee? Ja en nee? Hoezo ja en nee? Hoezo ja, hoezo nee? Dit is..., zie je nu wel, je praat jezelf tegen. En trouwens: ALLES van iemand weten, dat kan helemaal niet. Dat kan nooit. Dat moet jij toch weten. Het is toch ongehoord. Schandalig: anderen elkaar de kop in laten slaan. En dat vervolgens goedpraten.'
Met goedpraten heeft het niets te maken.
'O. En dan? En wat dan wel? Wat dan wel te maken met wat dan wel? En hoezo? (Alvast.)'
Allereerst: je hoeft je die akelige dingen helemaal niet te kunnen voorstellen.
'O.'
Het gaat ook helemaal niet om begrijpen in de zin van goedpraten.
'O.'
Het gaat erom dat je ziet dat de ene gebeurtenis uit de andere voortrolt. Dat alles wat er gebeurt is voortgerold uit vorige gebeurtenissen. Dat hier niets aan te doen is. Dit is een gegeven. Aan het verleden is niets te veranderen.


21 mei 2006

De prille groene blaadjes, de bloesembloemetjes, net ontloken kregen ze te maken met langdurende droogte, daarna met harde wind en kletterende regen. De straten liggen bezaaid met witte bloempjes, met kleine takken en blaadjes en met ander spul dat uit de bomen is komen waaien. Dwaas oordeel je dat een onrechtvaardig lot hen treft. Een nog zo lichtgroen kastanjeblad of berkeblad, ze 'horen' pas te vallen in de herfst.

20 mei 2006

Vandaag, tijdens het Nederlands Sociaal Forum in Nijmegen maakte iemand zich zo boos dat omstanders zich lange tijd afvroegen of ze hier misschien te maken hadden met iemand die goed getraind was als acteur in het straattheater. Was het spel, was het een gek, of was het ernst? Was er een gekke vorm van ernst in het spel? Of was dit de gekte van de ernst, zonder een vleugje spel of vrolijkheid? Dat laatste leek er steeds meer op. Hij liet zich meedrijven op de golven van zijn woede. Als het spel was geweest had je gezegd: hij speelde nogal overdreven.
En wat deed jij, je keek de andere kant op en wachtte tot de storm was uitgeraasd. Toch met een licht ongemakkelijk gevoel. 'Een andere wereld is mogelijk.' Ja, maar moeilijk is het wel.

19 mei 2006

De hedonisten en de stoicijnen.
De hedonisten zeiden: zorg dat je geen pijn hebt, dan kun je genieten.
De stoicijnen zeiden: je kunt altijd genieten, ook als je (lichamelijke) pijn hebt.
De verstandige hedonist en atomist Epikouros zei: als je moet kiezen tussen 'een beetje pijn nu maar géén pijn op de lange termijn' en 'een beetje plezier nu gevolgd door pijn op de lange termijn'... kies dan het eerste!
De stoicijnen zeiden echter dat het er niet om gaat tussen pijn en plezier te kiezen maar tussen goede dingen doen of niet. (Ze vonden, zouden we nu zeggen, de hedonisten nogal consumptief.)
Goede dingen doen, dus bijvoorbeeld: je inzetten voor een betere wereld in plaats van de bestaande wantoestanden laten voortbestaan of die zelfs te vergroten. Zo'n inzet gaat samen met genieten.

18 mei 2006

'En dit, en dat, en weet je... ik heb nog iets bedacht, weer een nieuw plan, we kunnen, we zouden kunnen, en dan... wie weet, en daarna wil ik...'
Houd toch op. Geestelijke entropie krijg je hiervan.
'Duizenden emails, honderden kranten, tientallen tijdschriften, interessante boeken, boeiende films, muziek (jazz en nieuwe gecomponeerde muziek en oude muziek en muziek uit allerlei andere delen van de wereld en natuurlijk eigen muziek), zelf schrijven, een toneelstuk, artikelen, en dan... is er nog nodig: tijd voor wandelen, voor natuur, voor bezinning, voor op adem komen, voor knuffelen, voor niksen, voor kletspraatjes, voor een grap, voor zomaar wat, op je kop staan (kan je niet, scheelt weer tijd), voor dromen, voor vriendinnen, voor vrienden, voor familie, andere vriendinnen en vrienden, andere familie, iemens die zomaar eens langs wil komen, gezellig eten met anderen, koken... en dan nog stofzuigen, en die lege flessen, moeten die niet worden weggebracht, nodig worden weggebracht, naar de glasbak, rinkeldekinkel, beng pats klats kleng... peng!'
Houd toch op, het peil daalt, en altijd weer kom je uit bij die banale dagelijkse dingen.
'Ja, zo gaat het nu. Dit is dus geestelijke entropie. Na die glasbak heb ik echt nergens meer zin in.'
Heel goed voorbeeld. Voorbeeldig. Maar als je ze nu eens echt wegbrengt.
'Wie?'
Die flessen.
'Flessen?'
Lege potten en flessen. Ja. Dan ben je daarna?
'Opgelucht?'
Misschien.
'Vol energie?'
Vast en zeker!
'Mooi, dan kan ik dus daarna... dit, en dat...'
Stop! Ho! Slow!
'Slow? Sloom! Slow leven, later misschien, daar heb ik nu echt geen tijd voor!'
Heb je tijd om adem te halen?
'Natuurlijk. Gaat vanzelf immers, ha.'
Om goed en rustig adem te halen?
'Uhh.' (Haalt 3 keer diep vanuit de buik adem. Voelt zich daarna een ander mens. Niet lang daarna klinkt glas-tegen-glas geluid van lege potten die in een tas gestouwd worden. De voordeur slaat dicht. Er klinkt een flard van een melodie (Bach?), vrolijk en maar een klein beetje vals.)

17 mei 2006

Dit gaat je makkelijk af: te veel willen. Je schouders buigen door onder het gewicht van alle plannen, dit wil je en dat en daar nog aan denken, het is allemaal heel belangrijk, je neemt je van alles voor, ook om minder te gaan doen -- nee vandaag nog even niet. Het is de tijdgeest zeggen ze. Gek genoeg was er ook bij de oude grieken al een woord voor, het is me ontschoten, laten we zeggen 'hektochaos' en dat (andere) woord betekende 'een veelheid van plannen, van mogelijkheden, van wensen, van aktiviteiten, en de verwardheid die dat kan opleveren'.
Als het dan toch al over de oude grieken gaat, laat dan nog eens de woorden van Demokritos tot je doordringen -- de lachende filosoof werd hij genoemd. 'Doe niet meer dan je aan kunt en doe alleen dingen waar je geschikt voor bent, althans,' zo zei hij, 'wanneer je blijmoedig wilt zijn. Zet je zinnen op wat mogelijk is en schenk geen aandacht aan het sukses van anderen.' Wellicht sprak hij deze wijze woorden ook tegen zichzelf, zo ongeveer 2400 jaar geleden.

16 mei 2006

Wat kan ik doen om de wereld te veranderen? Heel veel, èn heel weinig. Laat ik dat 'heel veel' dan in elk geval doen, en zonder het 'heel weinig' uit het oog te verliezen. Of: laat ik het 'heel weinig' onder ogen zien, zonder na te laten 'heel veel' te doen!

15 mei 2006

Sommigen zien stoïcisme als een vorm van gelatenheid, van passiviteit. Maar ik zie het juist als de meest aktieve (en daarom misschien ook wel de meest moeilijke) levenshouding die je kunt bedenken. Bij alles dat er gebeurt, en bij alles dat je zelf denkt (en voelt) gaat het er om na te gaan: is dit noodzakelijk zo (dan onder ogen zien dat dit zo is, en niet mokken, tobben of zeuren), of kan het veranderen? Ja, kan het veranderen, dat wil zeggen, kan IK iets doen om het te (helpen) veranderen? Dan weet ik wat me te doen staat.
Ik zie in dat dit klopt, en dat het een enorme verbetering (voor mij en mijn omgeving) zou zijn als ik zo zou kunnen leven, voelen, denken, handelen. Het lukt me nog van geen kanten, maar ook daar kan ik bovengenoemde redenering op loslaten: dat het me tot nu toe niet (goed) lukt, daar is niets aan te doen (want het verleden is niet te veranderen). De toekomst ligt open, dus daar liggen mogelijkheden, die ik met beide handen aan kan grijpen.

14 mei 2006

Multatuli zei het al: niets is zo makkelijk te dragen als de problemen van een ander -- behalve brand en pokken, want die slaan over. (Vast niet letterlijk, waarschijnlijk in 'Ideeën' deel 1.)
De keiharde beelden, elke dag weer, van oorlog en andere ellende die mensen elkaar aandoen, van hongerende kinderen, van dieren in bio-fabrieken, de alarmerende (niet genoeg dus) berichten over klimaatverandering en andere mogelijke rampen die ons, aardebewonersters te wachten staan..., van dit alles lijken de meeste mensen minder onder de indruk dan van de eerste de beste tegenslag in het eigen dagelijks leven. En dan bedoel ik niet tegenslag in de trant van ziekte, levensgevaar of zware armoede, maar pech, lastigheden. De computer wil niet starten -- je springt zowat uit je vel (terecht natuurlijk!) -- een blaadje met aantekeningen is ineens onvindbaar -- de wereld stort in. Nog een paar van dat soort 'klappen' en de totale ontmoediging slaat toe, 'alles wat ik probeer mislukt', 'laat maar', 'wat heeft alles ook voor zin', 'kom me maar opdweilen'.
Maar dan... de computer start weer. Het blaadje dat je kwijt was blijkt ineens voor je neus te liggen. Je kunt eindelijk beginnen aan je nieuwe projekt: het 'stoies dagboek': 'Multituli zei het al...' enzovoort enzovoort. Multatuli, 'hij die veel geleden heeft'. Hij was niet zo stoies (want een stoïcijn lijdt niet, ook niet in stilte), maar wel een erg goede schrijver!