terug naar Atalanta |
mei 2006 | juni 2006 | juli 2006 | augustus 2006 | september 2006 | oktober 2006 | november 2006 | december 2006 | januari 2007 | februari 2007 | maart 2007 | april 2007 | mei,juni enz. 2007 |
6 juli 2009Verwacht niet zoveel. Verwacht niet dat het mooi weer zal zijn of dat het zal regenen. Verwacht niet dat er een stoel voor je klaarstaat. Verwacht niet dat deuren zich voor je openen. Verwacht niet dat anderen je in de hoogte zullen tillen. Verwacht niet dat je alles naar je hand kunt zetten. Verwacht niet dat anderen je nawijzen. Verwacht niet dat je gezien wordt of dat je niet gezien zal worden. Verwacht niet zoveel.4 juli 2009Ik draag iedereen een warm hart toe. Iedereen -- nou ja, bijna iedereen dan. Iedereen die een beetje lief is -- is niet bijna iedereen een beetje lief? Iedereen die zich enigszins inzet -- zet niet bijna iedereen zich enigszins in? (Maar je wilt toch niet beweren dat het niet uitmaakt waarvoor die iedereen, die bijna iedereen, zich inzet, het zal toch wel voor een goede zaak zijn? En wat noem je goed? Goed voor anderen, maar welke anderen? Wie draag jij nu eigenlijk een warm hart toe? Ik denk dat je -- het zij je van harte gegund -- gewoon in een goed humeur bent. Stemming. Een uitstekende stemming. Zo dat je iedereen -- nou ja, bijna iedereen -- wel om de nek kunt vliegen. Niet dat je dat ooit doet. Maar zo voelt het. Dat warme hart zegt meer over jou dan over die 'iedereen' van jou. En kijk eens hoe het om kan draaien. Als het even tegen zit. Is dat de logische keerzijde? Dompel dat warme hart dan maar even lekker onder, in een koel bad van nuchterheid. Ga daarna gerust -- graag! -- door met het rondstrooien van warmte en vrolijkheid.)21 december 2008Verpleeghuis, de afdeling waar mensen wonen die flink de weg kwijt kunnen zijn. Naast de glazen schuifdeuren hangt voor bezoekers een briefje: 'let altijd op of de deuren achter u gesloten worden'.Als ik op het knopje druk om de deur te openen zie ik haar staan. In de starthouding. De deuren schuiven open en ik loop snel naar binnen, waarbij ik me zo breed mogelijk maak. Ik wil haar niet botweg vastpakken -- en zo lukt het haar toch me te passeren. 'Dit is niet de bedoeling', zeg ik vaag. 'O nee?' Schamper. 'Weet u wat het is om opgesloten te zitten?' 'Dat lijkt me niet fijn, maar weglopen is veel te gevaarlijk.' 'Laat me er door, en houdt uw mond erover.' De man die ik opzoek zit helemaal niet opgesloten. Ze zorgen hier goed voor hem, hij krijgt eten en drinken, in de huiskamer zit hij samen met zijn vrienden. Lotgenoten. Door zijn vingers uit te steken opent hij deuren. Ontsnappen is het laatste dat hij zou willen. 'Dit huis kan je ook zien als een hotel...' Maar deze mevrouw wil niets over de voordelen van dit verblijf horen. Ze neemt nog een stap, staat nu buiten de afdeling en ik weet niets beters te verzinnen dan haar vast te pakken. Nu wordt ze echt kwaad. 'Zal ik u eens krabben? Zal ik u eens bijten? Of zal ik u eens een schop geven?' Hoe zal het voor mij zijn als het ooit zover met mij komt? Zal ik nog kunnen bedenken dat er uiteindelijk altijd nog een innerlijke vrijheid is? Of is de ramp juist dat je die niet meer kunt ervaren? Veel stoïcijnen maakten zelf een eind aan hun leven, maar ook dat vind ik geen mooie oplossing. 28 november 2008Donderdagavond. Centrum van Utrecht. Koopavond. 'Gezellig' is niet het goede woord. Druk is het wel. Van een economische crisis is weinig te merken -- geen lange rijen bij bakkers en groenteboeren. Nergens gewone bakkers en groenteboeren te vinden. Kleren, lampen, gebak, sierraden, tassen, overbodige spullen. Mensen lijken bezeten, de koopgekte heeft weer toegeslagen. Ik doe mijn best me niet op te winden. Maar dat is moeilijk. Want wie had voorzien, dat dit een van de gevolgen zou zijn van het rookverbod in eethuizen en café's? Dat de eigenaren massaal aan de terrasverwarming zouden gaan? En dat dus de vele vele verstokte rokers (m/v) daar zouden gaan zitten, inderdaad, te paffen, waardoor ik nu in plaats van de café's (die ik nog kon mijden) op straat te maken heb met de ene vleug sigarettenrook na de andere -- maar wat ik eigenlijk nog erger vind dat is dat die kachels staan te loeien. Ook als er niemand op het terras zit. Want als er nu niemand zit wil er straks misschien wel iemand zitten, of misschien zou het idee dat er geen verwarmd terras is de rokers tegenhouden het eet- of drinkhuis in te gaan. Broeikaseffect? 'De buurman heeft ook een verwarmd terras, ik moet wel anders kan ik de zaak wel dichtgooien' -- zei de eigenaar van een drinkhuis, las ik in de krant. En zo zal de 'goedkapitalistische' redenering van al die eet- en drinkgelegenheid-eigenaren wel zijn.Het is inderdaad niet zo dat niet-rokers nu massaal de café's induiken. De niet-rokers hebben wel wat anders te doen. Ze zijn het gewend om niet naar café's te gaan, en wat blijkt? Het is helemaal niet erg om daar niet (of zelden) te komen! Terwijl ik langs zo'n verwarmd terras loop, waar twee mensen zitten te roken, komt er een SUV de wandelstraat in gedraaid. Tergend langzaam rijdt het bakbeest alle voetgangers in de weg. De auto wordt pontificaal voor het verwarmde terras neergezet, de straat bijna geheel blokkerend. De motor draait nog terwijl ik me snel uit de voeten maak, weg uit de lucht van sigarettenrook en uitlaatgassen. Achter me hoor ik de rokers mopperen: 'wat moet je nou met zo'n grote auto' en 'wat een egoïst!' En jullie dan? Denk ik maar zeg ik niet. Mijn stem zou van verontwaardiging uitschieten. 4 november 2008'Ga uit van de wereld zoals die is.''Woede is (net als andere heftige of meeslepende gevoelens) een teken van gebrek aan inzicht.' 'Je inzetten voor het goede/mooie is altijd mogelijk.' Kalender- of wandtegeltjeswijsheden, open deuren? Afgezaagd? Al zo vaak gezegd, door zoveel mensen? Misschien, ja misschien wel. Maar moeilijk, o zo moeilijk is het om die wijsheden, zo makkelijk gezegd en zo makkelijk nagezegd, toe te passen. Om ze om te zetten in dagelijkse gedragingen. Moeilijk maar de moeite waard. Om deuren mee te openen. Zo lang die deuren steeds weer dicht gaan is het de moeite waard alle kalenders en wanden en deurposten ermee vol te schrijven. 28 oktober 2008'Flinkheid', voordelig in barre tijden, voor het overleven van het individu of de groep, is waarschijnlijk zo oud als de mensheid. Flinkheid is echter iets anders dan wijs/stoïcijns. Flinke schade kan ontstaan door allerhande flinkheden. Mensen die eenmaal flink hebben leren zijn leren dat moeilijk weer af. Voor het overleven in de huidige barre tijden is vooral veel verstand nodig en betrokkenheid bij meer dan het eigen hachje.1 juli 2008Naar welke kroeg zullen we vandaag gaan, vroeg zij mij vanmorgen. Haha. 1 juli-grap. Liever het bos in. Laat die kroegen eerst maar uitwaaien. Frisse buitenlucht vol fijnstof en uitlaatgassen. Vluchten kan niet meer. Gelukkig ben ik stoïcijns.Stoïcijns over de varkensfabrieken, over de nieuwe wegen, over de woonwijken die gebouwd worden die gebouwd gaan worden. Stoïcijns over de laatste olie die zo nodig uit de grond gepulkt moet worden. Over de plannen om dan toch maar weer (meer) kernenergie te gaan promoten, over de steenkoolmijnen. Over het idee dat de economie kan blijven doordraaien, kan groeien, moet groeien zelfs, en dat mensen hun gedrag niet zouden hoeven te veranderen. Dat de wereld, mensenwereld gewoon door kan blijven draaien. Wie is er nu naïef? Ik, zeggen ze, met mijn dromerijen van een mooiere wereld. 22 juni 2008Elk mens is van nature gericht op zelfbehoud. Zeggen de stoïcijnen. Lijkt me logisch. Dat zelfbehoud reikt meestal verder dan het strikte eigen leven. Mensen zorgen voor nageslacht -- althans de meesten. Maar in wat voor wereld komt dat nageslacht terecht? Het nadenken over het zelfbehoud reikt blijkbaar niet erg ver. Of zijn de meeste mensen nu zo grenzeloos optimistisch? Als het al zo is dat het 'onze tijd wel zal duren' wat doen we dan onze kinderen aan? En ik heb niet eens kinderen. Ik baarde slechts boeken. In al die boeken zit de wens tot zelfbehoud.Behoud van de mensheid. OMDAT: Het Zo Mooi Zou Kunnen Zijn en Omdat: Het Vaak Zo Ontzettend Mooi Is. Het Leven. Samen Leven. Mens Zijn. (Iets anders dan mens zijn is me overigens bij mijn weten tot nu toe niet gelukt, ook al dacht ik ooit toen ik flauw viel in de kloof van Samaria dat ik een steen was een grote witte steen blinkend in de felle zon dat was lang niet gek maar toen was ik erg bevangen door de liefde.) OMDAT elk mens van nature gericht is op zelfbehoud, en omdat dat zelfbehoud verder reikt dan het eigen ik, omdat het zover KAN reiken als de mensheid en nog ver daarbuiten ook en tot in de verre toekomst (waarom niet royaal zijn en anderen ook wat gunnen) en omdat die mogelijkheid (betrokkenheid bij de hele mensheid en omstreken inclusief de toekomstige levenden) logisch voortvloeit uit stoïsche en andere wijsheden, daarom is het vanzelfsprekend dat ook moderne stoïcijnen, anarchisten en andere mensen die het beste nastreven zich bezighouden met het tegenhouden of in ieder geval beperken van de klimaatveranderingen in ieder geval voorzover die door menselijk gedrag te beïnvloeden zijn. 17 juni 2008Hoe kunnen we stoïcijns zijn over de klimaatveranderingen? Over de al-aan-de-gang-zijnde en over de nog-komende rampen en nadelige toestanden? Als er iets bedreigend is voor het menselijk voortbestaan dan is dat deze grillige ontwikkeling. Een ontwikkeling gek genoeg waar weinigen van wakker lijken te liggen. En niet omdat die velen zo stoïcijns zijn, maar omdat ze eenzijdig gericht zijn op het kortetermijnvoortbestaan. Dit (stoïcijns) onder ogen zien. Dat (de meeste) mensen blijkbaar zo zijn. En dan bedenken hoe we als mensheid een haak kunnen slaan. Zonder dwang, zonder wetten.Meer zon & meer stoïcijnen! En meer stoïsche dagblogs. |